1 april 2014

Impact Investing Nieuws 1 april 2014

Deze keer: Toyota lanceert groene obligatie van 1,7 miljard US$ voor de verkoopfinanciering van hybride en plug-in Toyota en Lexus auto's. Eerst wilde Toyota 750miljoen US$ ophalen, maar de interesse bleek erg groot. (recente) Facts & Figures van groene obligaties, 12 grootbanken lanceren groene obligatie principes, Oikocredit groeit hard in 2013, Morningstar conferentie positief over de toekomst van ESG beleggen, Corporate Impact Venturing door Dr Max Martin en Academia: Josh Lerner over innovatie en de voordelen van corporate venturing. Event: promotie Kellie Liket op impact meting, ook bij bedrijven en hun fondsen.

Quote1: Ik pleit voor de ontwikkeling van een optimale impact (activiteiten) matrix als richtsnoer voor investeerders, omdat dit aansluit bij de realiteit van de beleggerspraktijk die spreiding nastreeft en impact bereiken een holistisch en synergetisch proces is. Meer in 'Event', de promotie van Kellie Liket op ''Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement. 11 april 2014, Erasmus Universiteit Rotterdam.

Quote2: The days of traditional corporate social responsibility (CSR) – the bolton approach that is compliance driven, costs money, and produces limited reputational benefits—are fast coming to an end. Introduction of ExSum van Dr. Maximilian Martin in “Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation” (18Maart2014) Impact Economy Geneva, Switzerland. Zie ook IINieuws-1feb14 'II Thinking: CSR en II'


MARKET

Toyota plaatst GROTE groene obligatie
Toyota, autofabrikant plaatst een obligatie voor werkkapitaal voor afzet van haar elektrische en hybride auto's van Toyota en Lexus. De omvang is sowieso indrukwekkend: 1,75 miljard US$, maar dat is een ruime verdubbeling van de geplande 750 miljoen. Eerst werd deze binnen een week verhoogd werd naar 1,2 miljard US$ vanwege de grote interesse en dus later met nog eens 550 miljoen US$. Het kapitaal is voor retail installment sale en lease contracts voor nieuwe auto's. Dat zijn de verkopen van retailers op afbetaling en de verkochte auto dient hierbij als onderpand. Zie ook II Marketing over Green Bond Principles en types obligaties).

Volgens Sean Kidney van het ClimateBond.net is de obligatie ook bijzonder omdat eerdere groene obligaties niet assets linked waren. Volgens Forbes zijn het veilige obligaties omdat asset backed obligaties altijd worden terugbetaald ook bij faillissement, de rente is wel aan de lage kant. Kidney is ook blij dat de obligatie transport als groene investeringsmogelijkheid introduceert, want zijn organisatie is hiervoor hard aan het lobby-en. Haar working groups ontwikkelen op dit moment criteria voor verschillende transportvormen en -sectoren (zie IINieuws 15 maart14) Bron: Climatebonds.net/toyota-green-bond-auto-loans Forbes/toyota

De obligatie is 27maart14 uitgegeven, maar online staan nog geen details over de coupon, de nominale waarde, de uitgifte plaats en de looptijd. Wel dat de obligatie in tranches met verschillende risico rating zal worden uitgegeven (A2, A3 en A4 volgens Moody’s). Citigroup structureerde de obligatie, haar co-lead-managers zijn Bank of AmericaMerrill Lynch en Morgan Stanley. BNP Paribas, Credit Agricole, JP Morgan en Mizuho zijn co-managers.
 
Emissie criteria
Het kapitaal is voor (financiering van) auto's die zullen voldoen aan de energie zuinigheidseisen van de California Environmental Protection Agency’s Air Resources Board. Of Mile per Gallon (of een equivalent voor alternatieve brandstof) 35 stad / 35 snelweg, California's Low-Emission Vehicle II (LEV II) certificaat of super ultra-low emission vehicles (SULEVs) of gedeeltelijke zero emissions vehicles (Partial ZEVs) en zero emissions vehicles (ZEVs). Voor de autoliefhebbers: op moment kwalificeren de Toyota Prius, Prius c, Prius v, Prius Plug-in, Camry Hybrid, Avalon Hybrid en RAV4 EV. Lexus: CT 200h and ES 300h. PS Ik rijd Toyota Prius en kan het zeer aanbevelen.

Noot van de Blogger: Meer groene automobielindustrie obligaties liggen in de verwachting, want de auto industrie is al jaren de grootse sector binnen Corporate (green) R&D van 375miljard US$. De openbare cijfers geven een onderrapportage, omdat een aantal bedrijven hun R&D budgetten niet openbaar maken. Meer in IINieuws-1april13 Facts&Figures ''particulieren versnellen groene transitie' (over de Green Transition Scorecard 2012)Toyota


FACTS&FIGURES

Vroege groene lente
De Economist van 22 maart schrijft ook over de golf aan groene obligaties en presenteert interessante cijfers en feiten: de teller voor Groene obligaties staat dit jaar Q1 op 6 miljard US$. (Bron: Dealogic), in 2013 werd 11,2 miljard US$ in 29 groene obligaties uitgegeven. Jim Kim, president van de World Bank verwacht dat in 2014 50 miljard US$ aan groene obligaties wordt uitgegeven. 
  
Psychologisch belangrijk was de groene obligatie van de Wereldbank in februari 2013, omdat deze de grens van 1 miljard US$ overschreed en daarmee in het blikveld van (grote) vermogensbeheerders kwam. De obligatie werd in november overtroffen door EDF, Electricité de France dat als private onderneming een groene bond uitgaf van 1,9 miljard US$, die tweemaal werd overschreven.

De Unilever obligatie van vorige maand is interessant, omdat hiermee niet (bestaande) groene activiteiten van ondernemingen worden gefinancierd, maar het gaat om vergroening van de bedrijfsvoering. Noot van de Blogger: de 2e sectorleader haalt goedkoper geld op voor verbreding van haar duurzame bedrijfsvoering. Optiek: ja het kost wat, maar het kan tegen een voordelig tarief. Bron: Economist/bonds-tied-green-investments-are-booming (en details uit FT 11maart14)

Uitsmijter: Op backporchvista: Despite being long derided as a hippie-dippy investing practice doomed to underperform, socially responsible investing (SRI) has proven itself to be a robust category Het citeert US SIF, de Amerikaanse VDBO: Van 2009 tot en met 2011, groeide SRI assets met 22% naar 3,74biljoen US$ ofwel 11,3% van de 33.3biljoen US$ vermogen onder beheer in de VS. Noot van de Blogger: ik kwam ik dit percentage in 2011 ook al tegen en dat zal toen ook iets verouderd zijn geweest. Het lijkt veel meer dan de geschatte 4+% duurzaam sparen en beleggen dan in Nederland (VBDO), maar dat is door particulieren en institutionele investeerders zijn hier de grote investeerders met ruim 90% marktaandeel.


II MARKETING

Groene obligatie principes
Al afgelopen januari publiceerden 12 banken, waaronder de Rabobank, (vrijwillige) regels voor groene obligaties om transparantie te bevorderen. De Rabobank: “The world faces enormous challenges in the next 40 years. It needs investments that are not only large scale but also focused: financing sustainable food production and supply, growing energy demands, sustainable basic materials and more. Rabobank is proud to be part of the Green Bonds Principles and to be able to contribute to the future developments in this initiative. We will use our knowledge of amongst others sustainable agriculture, food & beverage sectors, renewable energy and developments in the biobased and circular economy. Having been involved in several sustainable Green Bonds we are convinced this will be of help to grow this important market,” said Marco Roddenhof, Global Head Capital Markets Rabobank International.”

De Green Bond Principles zijn guidelines, richtlijnen en bevatten aanwijzingen voor disclosure informatie voor investeerders, zoals het gebruik, management en rapportage over de (uiteindelijk) inzet van de opbrengst, het proces voor project evaluatie en selectie. De richtlijn wil de ontwikkeling van groene obligaties stimuleren en investeerders helpen de milieu impact van obligaties te bepalen. Voor de rapportage wordt aanbevolen om kwantitatieve en/of kwalitatieve prestatie indicatoren te gebruiken die impact meten (zoals CO² uitstoot, het aantal mensen dat bediend wordt met schone(re) energie of water, het vermeden aantal transportkilometers etc.). Er zijn meerdere meet-systemen, obligatie uitgevers wordt aanbevolen zich hierin te verdiepen in impact rapportage standaarden en indien van toepassing de positieve milieu impact van de investering door de Groene obligatie te rapporteren. De appendix bevat definities van Groene Project categorieën samengesteld door multinationale organisaties, non-profit en non-government organisaties en andere relevante stakeholders.
Noot van de Blogger: een belangrijke ontwikkeling, zeker als groene obligaties tegen een lage(re) coupon worden aangeboden als kwaliteitsbewaking en benchmarkinstrument voor de (potentiële) impact.

De Principles gaan nu uit van 4 soorten groene obligaties, maar men verwacht dat dit zal worden uitgebreid:
Green Use of Proceeds Bond: de opbrengst, de schuld verplichting, gaat naar een aparte portfolio of wordt op een andere manier gevolgd door de uitgever door een formeel vastgesteld intern proces. Aanbevolen wordt dat het uitgever de investeerders informeert over het mogelijke alternatief gebruik van het deel van de opbrengst dat nog niet meteen 'groen' kan worden ingezet. (Management of Proceeds section)
Green Use of Proceeds Revenue Bond: een schuld obligatie zonder onderpand waarbij de credit exposure (risico) cash flows van de opbrengsten gaan naar (andere) groenen projecten. Ook hier is sprake van een aparte portfolio of een formeel vastgesteld intern proces. Ook hier wordt aanbevolen dat het uitgever de investeerders informeert over het mogelijke alternatief gebruik van het deel van de opbrengst dat nog niet meteen 'groen' kan worden ingezet. (Management of Proceeds section)
Green Project Bond: a project obligatie voor een enkel- of meervoudig groen project waarbij de investeerder direct wordt blootgesteld aan het projectrisico met of zonder mogelijkheid de schade op de uitgever te verhalen.
Green Securitized Bond: een obligatie waarbij risico wordt afgedekt bijvoorbeeld door hypotheekinkomsten, Asset Backed Securities (gecombineerde bezittingen) en andere financiële constructies. De eerste bron van inkomsten is meestal de inkomsten (cash flow) van de assets, denk aan bezittingen als dak-zonnepanelen en energie efficiency.
(Voorlopige) Groene obligatie categorieën zijn: -hernieuwbare energie, -energie efficiency (inclusief vastgoed), -duurzaam afval management, -duurzaam landbeheer (inclusief duurzame bos- en landbouw, - Biodiversity bescherming – schoon transport en -schoon (drink)water.
Deelnemende banken zijn*: Bank of America Corporation, Citigroup Inc., Crédit Agricole CIB, JPMorgan Chase, BNP Paribas, Daiwa, Deutsche Bank, Goldman Sachs, HSBC, Mizuho, Morgan Stanley, Rabobank en SEB (Zweden, zie IINieuws15maart14) Vier banken vormden het drafting committee: Bank of America Merrill Lynch, Citi, Crédit Agricole Corporate en Investment Banking and JPMorgan Chase. Zij zullen een governance proces voor input verzameling voorstellen. Verwacht wordt dat een externe organisatie als secretariaat zal functioneren en informatie zal geven aan obligatie uitgevers, investeerders, underwriters en andere stakeholders zoals non-profit milieu organisaties, non-government organisaties, academici en andere thought leaders.
*In mei trad ook RBS toe: RBS/signs-up-to-green-bond-principles
De regels staan op de site van Ceres, een non-profit organisatie voor sustainability leadership. Ceres is opgericht na de Exxon Valdez olieramp, bestaat nu 25 jaar en is gericht op 'leiders' in het netwerk van investeerders, ondernemingen en maatschappelijke organisaties. De doelstelling is het versnellen van de overname door steeds meer partijen van duurzame bedrijfsvoering en oplossingen voor een gezonde wereldeconomie. De focus is op groene duurzaamheid: een toekomst met minder COイ uitstoot en schone energie. Haar coalitie met 130 leden, maatschappelijke organisaties, focust de laatste jaren ook op mensenrechten en diversiteit. Meer op Ceres Link Ceres/voluntary-process-guidelines-for-issuing-green-bonds Nb kies print dan opent de pdf die kan worden opgeslagen. (7 pag.) Bron: Marketwatch/citi-underwrites-auto-industrys-first-ever-asset-backed-green-bond-for-toyota-financial-services

MARKET 2

Van niche naar mainstream
Op de Morningstar Conferentie concludeerde het panel dat responsible investment, duurzaam beleggen de komende jaren verder meer in belang zal toenemen. Het publiek bestond uit topbestuurders van Europese pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, banken en vermogensbeheerders. 67% van hen verwacht dat ESG binnen tien jaar gemeengoed is en vindt het geen hype. Volgens Marcel Jeucken, managing director responsible investment bij PGGM is 'binnen nu en 10 jaar (is) het ‘responsible investment inside’ vanzelfsprekend'. Bruno Bertocci, managing director en head of sustainable investors bij UBS stelde: “juist kijken naar de niet-materiële financiële gegevens van een onderneming geeft een veel beter begrip van een onderneming. Deze gegevens bevatten onder meer ESG.” De vraag is volgens hem niet "waarom kijk je naar niet-materiële financiële gegevens", maar "waarom kijk je niet naar niet-materiële financiële gegevens van een onderneming'. Bron: Morningstar/Binnen-nu-en-10-jaar-responsible-investment-inside


MARKET 3

Oikocredit in 2013:
Oikocredit is een van de eerste en grootste private non profit impact investeerders, zelf noemen ze zich sociaal investeerder in met name landbouw, inclusive finance (microkrediet) en het zoekt naar verdere mogelijkheden haar investeringen in andere sectoren zoals duurzame energie uit te bouwen. In 2014 blijft social performance één van Oikocredits prioriteiten, met de nadruk op de langere termijn op microfinanciering en agrarische waardeketens.

Oikocredit zag in 2013 haar beleggingsfonds met 80miljoen Euro groeien (in 2012 46miljoen). Het totale aantal investeerders groeide met 4.000 naar 52.000. Het uitstaand kapitaal in ontwikkelingsfinanciering groeide naar 591 miljoen Euro, plus 60 miljoen Euro of 11%). Het bedrag aan goedgekeurde leningen steeg naar 297 miljoen Euro met 63 miljoen Euro of 27%. Het bedrag aan uitbetalingen steeg met 40% naar 306 miljoen Euro (was 218 miljoen Euro).
De langetermijnbeleggingsportefeuille werd geherwaardeerd op 13,4 miljoen Euro, een daling in vergelijking met 2012 mede door de toenmalige winst op de beleggingsportefeuille en verkoop van investeringen in het aandelenkapitaal van twee partners. Op basis van de winst zal tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering worden voorgesteld een dividend van in totaal 11,6 miljoen Euro aan de aandeelhouders uit te keren. Bron: Perssupport/Oikocredit op de Nederlandse site staan het persbericht en jaarverslag nog niet.


II THINKING 


Innovation through Corporate Impact Venturing
Driving Innovation through Corporate Impact Venturing: A Primer on Business Transformation” door Dr. Maximilian Martin, Impact Economy Geneva Switzerland (18Maart2014) pdf, 44pag. Preview (6 pag. pdf) Link Impacteconomy/Primer CIV Compleet (44 pag. pdf) Te koop voor 79US$: Impacteconomy

Max Martin presenteert 4 jaar onderzoek in een korte introductie van business transformation door innovatie waarin traditionele Corporate Social Responsability (CSR) wordt losgelaten en ondernemingen winst maken, sociale en milieudoelen integreren in hun bedrijfsvoering. Martin verwijst eerst naar de 4 grote trends van onze tijd: de (bevolkings)groei van de Base of the Pyramid, de armsten op aarde, de opkomst van LOHAS: Lifestyles of Health and Sustainability en van Duurzame bedrijfsvoering en de financieel noodzakelijke modernisering van de welvaartsstaat. Vier al grote economische markten met grote potentie èn uitdagingen. Allen bieden kansen voor waardecreatie en die schetst Martin eerst.

Trends
Interessant is binnen de Base of the Pyramid trend het benadrukken van de kwaliteiten van de groeiende Middenklasse in opkomende landen zoals hun ondernemerschap, innovativiteit, hun investering in onderwijs, hun hard werken en spaarzaamheid. Dat klinkt als het recept voor economische groei en vooruitgang.
Bij LOHAS merkt Martin op dat er een purpose bull market is ontstaan en dat er tekens zijn dat deze zich in opkomende markten sterker ontwikkeld dan in ontwikkelde markten. Ook opvallend: LOHAS consumenten in de regio's Oost Europa en Centraal Azië hechten aan efficiëntere productie, infrastructuur en maatschappelijke diensten.
Bij duurzaam ondernemen dringt Martin aan op een actieve rol van overheden die risico wegnemen of delen en faciliteren vanwege behaalde resultaten in het verleden van groene investeringen zoals in hernieuwbare energie. Een belangrijke ontwikkeling is de groei van de Circular Economy waarbij in bijv. fast moving consumer goods het percentage herbruikbare producten of materialen zal verdrievoudigen en het gebruik van grondstoffen drastisch zal afnemen. Hiervoor is transparantie in de bedrijfsvoering en de supply chain vereist, maar daar worden grote stappen gezet. Interessant is de indeling in katalysatoren voor de Circular Economy -1- Golden Oldies: met recycling infrastructuur -2- High Potentials: hoog volume materialen nog zonder recycling mogelijkheden -3- Rough Diamonds: volume potentie van bijproducten en -4- Future Blockbusters: innovatieve materialen voor productie, recycling of die onschadelijk desintegreren.
Bij de 4e trend, die van de modernisering van de welvaartsstaat noemt Martin innovatief overheidsbeleid om deze grote uitdagingen aan te pakken maar ook maatschappelijke stabiliteit als resultaat van sociaal en milieubewust beleid. Door de overheid aangemoedigd en gereguleerd, maar ook als cultureel verschijnsel. Dit als tegenwicht aan de nogal traditionele opvatting dat ES(G)beleid voor ondernemingen een kostenpost is zonder tastbaar rendement. Ook noemt Martin Social Impact Bonds als actuele financiële innovatie die ES(G) met interessante vooruitzichten, maar Noot van de Blogger hij wijst helaas niet op de al oudere vaccine bonds van de IFFi, Development Bonds van de Wereldbank, ontwikkelingsbanken (FMO!) en de Europese Investeringsbank of zeer actueel: de groene obligaties van ondernemingen zoals het de EDF obligatie die meedraagt aan het overheidsbeleid om meer duurzame energie te benutten of de Toyota obligatie die CO2 uitstoot vermindert.

Solution Spotlight
Een sterk voorbeeld voor het toekomstbestendig(er) maken van ondernemingen is de case van de Franse farmaceut Sanofi die het voortouw nam in een concullega-coalitie* om medicijnen te ontwikkelen tegen parasitaire slaapziekte die het zenuwstelsel aantast. Hierdoor kon het door een product development partnership (PDP) een medicijn ontwikkelen en effectief distribueren. Ook startte Sanofi een 
product development partnerships (PDP) agreement met het Drugs for Neglected Disease initiative (DNDi, een non profit) en werkte samen met Bayer Schering Pharma en de World Health Organization (WHO). Resultaat van dit soort samenwerkingsverbanden van ondernemingen, non profits en internationale organisaties is dat in 2011 731 miljoen mensen werden behandeld tegen voorheen genegeerde tropische ziekten. De winst voor Sanofi: (verdere) toegang tot opkomende markten, nieuwe kennis over ziekten die van opkomende markten kunnen migreren naar ontwikkelde markten door bijvoorbeeld klimaatverandering en populatiemigraties en -uiteraard- imago- of reputatiewinst.

*met concurrenten en internationale organisaties, waarschijnlijk NGO's en overheden) Noot van de Blogger: Sanofi zag haar activiteiten in opkomende markten in 2013 groeien met 4,4% en Q4 met 10%. Het haalt ruim 10miljard US$ omzet uit emerging countries en is de marktleider met 6% (!) marktaandeel, dat % is gevolg van de grote fragmentatie. Bron: Sanofi/Key F&F Noot van de Blogger2: Sanofi staat 3e in de AccesstoMedicineindex

Corporate Impact Venturing
Martin introduceert naast het begrip Corporate Impact Venturing CIV nu CIP: Corporate Impact Programmes als modellen voor de transformatie van (multinationale) 'super''ondernemingen naar innovatieve toekomstbestendige bedrijven. De achterliggende gedachte is de logica van investeerders te introduceren voor waardecreatie, net zoals bij venture capitalism (VC). Van VC kunnen de ideeën, business models en technologie kennis en ervaring worden overgenomen en benut. Dat geldt voor positieve en minder goede ervaringen zoals de resultaten van grootschalige groene energie en -technologie investeringen.
 

Tijdsgeest
Martin pleit voor investeren omdat bedrijven dat kunnen door een interne venturing groep, een extern venturing fonds of samenwerking in venture fondsen naast hun bestaande R&D strategie mogelijkheden en kansen in de markt onderzoeken. Hoewel grote ondernemingen wat huiverig zijn en voorheen mee bewogen op de golven van de VC markt werd in 2011 meer dan 11% van de VC markt geïnvesteerd door corporate venture fondsen, het hoogste percentage sinds de crisis. Een interessante ontwikkeling of de insteek nu een financieel-realistische markt/umfeld analyse is, een strategische benadering of een model voor omzet- of inkomsten te genereren. Martin merkt ook op dat corporate venture projecten van ondernemingen gemiddeld slechts een jaar lopen. Noot van de Blogger: over vuurpijlen gesproken... Martins opmerking wordt gestaafd door voetnoot 106: een artikel van Harvard Investment professor Josh Lerner over Corporate Venturing (HBR oct2013), Noot van de Blogger: zo interessant dat ik het apart onder ACADEMIA samenvat. Toch is corporate venturing bezig met een inhaalslag op marktleider de VS en begint het zich als wereldwijde markt te ontwikkelen met 60% van corporate ventures buiten die markt. Binnen de Europese Unie is het VK prominent, maar dankzij actief EU beleid ontwikkelt de sector zich snel. Noot van de Blogger gelukkig ook met aandacht voor social enterprises zie EUSEF in IINieuws-1april13.

Impact venturing
Corporate venturing is gericht op business development, impact venturing verengt dat tot business development in specifieke impact gebieden of thema's. Die zijn -als het goed is- gerelateerd zijn aan de kern(productie) activiteiten, het grondstoffen gebruik, restproducten en uitstoot, specifieke doelgroepen, afzetgebieden etc. Ofwel focus op relevante sociale en milieuaspecten van de onderneming, haar diensten/producten, de sector en belanghebbenden, de stakeholders. Zie ook IINieuws-1feb14 'II Thinking: CSR en II'.

Volgens Martin moet impact venturing verder de ambitie hebben om disruptive te zijn, ofwel over de heg te willen kijken. Van andere ondernemingen, (sub)sectoren en (afzet)regio's met het motto ''beter goed gejat dan slecht bedacht'' om andere manieren van denken en werken te onderzoeken en uit te proberen. Zoals bij alle investment projecten is een (excellent) team een voorwaarde voor succes en een open houding naar stakeholders, overheden, NGO's actiegroepen, critici etc voor ideeën en ervaring uitwisseling en samenwerken. Plan ruimte in (geld, tijd, draagvlak) voor tests en uiteindelijk het uitrollen om de impact venture op te schalen. Daarna is een belangrijke fase van impact venturing het evalueren, toetsen en delen van ervaringen. Bedenk dat vrijwel elke nieuw diensten of product zal aanlopen tegen weerstand en drempels in de afzetmarkt, bij distributeurs, afnemers en eventueel zelfs regelgeving.

Conclusie
Een interessante primer met aanstekelijke voorbeelden en met corporate en impact venturing een kansrijkere roadmap naar opschaling van impact ESG investing dan de traditionele Corporate Social Responsibility praktijk met weinig strategische benadering van ESG key preformance indicatoren.


Door de recente ontwikkelingen rond groene obligaties mis ik een uitwerking van de investment logica in aandacht voor het stimuleren van kapitaalstromen naar impact sectoren (basisbehoeften) en/of naar de impact activiteiten binnen sectoren/ondernemingen die (zo) kunnen profiteren van goedkoper geld. Dit is zo volgens wetenschappelijk onderzoek (LSE/HBS Ioannou, Serafim etc) voor investor relations van duurzame ondernemingen. En meer geld betekent meer ruimte voor innovatie en vernieuwing. Het liefst willen we natuurlijk een flinke kapitaalstroom naar impact sectoren of impactactiviteiten zoals de recente stroom groene of duurzame obligaties waarbij overheden (Gothenburg) Development Banks, Development Bonds en duurzame ondernemingen met AAA-ratings groene obligaties aanbieden tegen lage rente voor hun impact activiteiten (Unibail-Rodamco, Unilever, Toyota) Zie IINieuws 15maart 2014. Wellicht een beetje kokervisie vanuit bedrijven gezien, maar dat is een heel belangrijke investeringsmogelijkheid voor kleine beleggers.


Max reactie die ik integraal plaats: I understand and agree with your interest in terms of what impact investing can deliver on specific topics and to specific communities. There is lots of substantive work on that out there. Here, the perspective is different though: I want business leaders to understand that the time to rethink their businesses through the simultaneous prisms of impact and future profit is now, rather than get them sidetracked in terms of financial instruments other than the power of venture capital as a pathway to tap into new ideas. Once a company embarks on such a strategy to seriously look for corporate opportunity, it will go through the different financial instruments anyway (some of which covered in previous work). Such a change in perspective is of course consequential for stakeholders and sectors – but the Primer intentionally looks at all of this from the vantage point of people in leadership positions in business, because we need to explain the opportunity for business and society better to them.


EVENT

Why 'doing good' is not good enough'
Op 11 april promoveert Kellie Liket aan de Erasmus Universiteit op ''Why 'doing good' is not good enough'' Essays on Social Impact Measurement Bij het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy. De dissertatie wordt uitgegeven door het Erasmus Research Institute of Management (ERIM), een samenwerking van de Rotterdam School of Management RSM en de Erasmus School of Economics (ESE) van de Erasmus Universiteit. Haar co-promotor is Dr Karen Maas die al eerder promoveerde op impact(meting) zie IINieuws 15juli12

De insteek is het belang van goede impact meting met als doel het fundament te zijn voor beleidsmakers en de effectiviteit van impact (first?) investors. Kellie Liket is als ontwikkelingseconoom opgeleid aan de London School of Economics. Zie verder linkedinKellieLiket

Twee van haar stellingen (uit de dissertatie):
While there are many differences between the ways in which one can contribute to a better world, there is one commonality: a relentless pursuit of evidence for impact.
As a donor or investor, if there are no interventions that have yet been proven effective through rigoroud impact measurements in advancing your mission, your next best option is to fund such measurements.

Noot van de Blogger: Nobele stellingen aan de andere kant gaan de ontwikkelingen in (public equity) impact investing op dit moment zo snel dat Liket het risico loopt achter de feiten aan te hollen. Omdat de wetenschap vrijwel altijd retrospectief, zeer breed en gedegen onderzoekt en analyseert is dat ook onvermijdelijk, hun aanbevelingen zijn des te interessanter.
Liket's waarschuwing om niet heel veel geld te investeren in activiteiten waarvan de impact (nog steeds) niet is bewezen snijdt uiteraard hout. We hebben het over miljarden investeringen en nu de public equity markt opengaat over een snelle verdubbeling van de markt getuige de verwachtte 50miljard aan groene obligaties dit jaar (Facts&Figures) Ik denk zelf in de richting van een optimale impact(activiteiten)mix als richtsnoer voor investeerders -dan het perfectioneren van impactmeting- omdat dit aansluit bij de realiteit van de beleggerspraktijk die spreiding nastreeft en ''ontwikkeling' een holistisch synergetisch proces is. Of er voor kleine beleggers een apart rol is weggelegd in impact investing vraag ik me af omdat hun mogelijkheden beperkt zijn tot aandelen, obligaties, etf's en fondsen van duurzame bedrijven in impact sectoren, evt investors circles en crowsfunding van duurzame initiatieven.

In IINieuws 15april14 Ik stort mij op de hoofdstukken waarin Corporate, Social Responsibility en corporate en strategic philanthropy worden besproken vanuit impactmeting perspectief omdat dit activiteiten zijn van ondernemingen en dus waarschijnlijk public equity investment mogelijkheden biedt. Professionele impactmeting praktijken bieden een realistische(r) evaluatie van activiteiten die voor marketing communicatie en PR doeleinden worden gepresenteerd in interne en externe media.

De dissertatie (en een samenvatting) staat (na 11april) online. Link: ERIM/why_doing_good_is_not_good_enough_essays_on_social_impact_measurement op bladzijde 335-345 staat een Nederlandse samenvatting.


ACADEMIA

Corporate venturing: zes stappen
Josh Lerner, de Jacob H. Schiff Professor of Investment Banking aan Harvard Business School publiceerde in okt13' een artikel over Corporate Venturing” in de Harvard Business Review: HBR/corporate-venturing (beschrijving en introductie) Het staat hier compleet Corporateventuringconference (9pag, pdf).

Ik stuitte op het artikel in Max Martins Primer Driving Innovation through Corporate Impact Venturing A Primer on Business Transformation Projecten Martin citeert uit Lerner o.a. dat dat sinds de crisis het percentage corporate venturing investeringen in de venture capital markt is gegroeid tot 11%. Maar ook dat Corporate Venture Projecten gemiddeld maar een jaar lopen. Noot van de Blogger: nogal een handicap voor lange termijn impact investment ambities die baat hebben bij slow of patient capital.
De korte looptijd is karakteristiek voor een van de kenmerken van Corporate Venture Projecten: flexibiliteit. Lerner start met een case van Eli-Lily, de farmaceut als illustratie van het feit dat een Corporate Venture Capital (CVC) fonds sneller, flexibeler en goedkoper is dan traditionele R&D activiteiten voor een onderneming als middel om om te gaan met veranderingen in de technologie en business modellen (in hun branche). Soms kan een CVC fonds ook nog de vraag naar de kernactiviteiten van de onderneming vergroten en extra inkomsten genereren. Extra voordelen voor een aanvulling op -of concurrent van de traditionele 'kostenpost'- R&D.

Zes kenmerken Ondernemingen die door Corporate Venturing kennis en praktijkervaring willen verkrijgen kunnen volgens Lerner zes kenmerken benutten. Belangrijk is hierbij de doelstellingen harmoniseren, de juiste incentives en systemen voor kennis overdracht creëren en venture fondsen creëren die even snel en alert zijn als de beste private Venture Capitalisten.

Start up set up die door grote ondernemingen worden gesteund doen het aanmerkelijk beter dan hun concurrenten. Dat gaat meestal verder dan een monetaire investering, denk aan actief management, samenwerking bij marketing en distributie etc.

Reactiesnelheid Corporate Venturing (CV) kan inzicht bieden in nieuwe technologieën en de wegen om die kennis te incorporeren of door samenwerking te benutten, bijvoorbeeld investeren in biotechnologie als ontwikkelingssector van Health. Onderzoek van Hyunsung Daniel Kang en Vikram K. Nanda of Georgia Tech vond dat ondernemingen die financieel succesvol investeren dat ook zijn bij (nieuwe) medicijn(en) ontwikkeling.

Betere 'threat' analyse. Een CV Fonds kan kennis verzamelen over potentiële bedreigingen voor een onderneming/sector. Silicon Valley onderneming Analog Devices ontdekte vroeg in de 80-er jaren door (slechte) investeringen dat er geen succesvolle (goedkopere) alternatieven waren voor silicone als grondstof voor computerchips. Waardoor de prijzen van chipsfabrikanten flink stegen. Traditionele R&D biedt minder inzicht in threats *, omdat het neigt naar tunnelvisie, waardoor originele innovaties of disruptive change kansen buiten de onderneming gemist worden. *Threat analyse hoort in het vrijtje SWOT Strenght, Weakness, Opportunity en Threat. Noot van de Blogger: Getuige het argument levert corporate venture dus ook meer opportunity kansen.

Eenvoudiger stoppen: externe investeringen worden makkelijker afgestoten, vooral in de categorie net-niet-goed-genoeg. Intern blijven deze projecten soms jarenlang hangen. De beste fondsen zijn heel 'zakelijk' en soms kunnen ook mede-investereerders bijdragen aan het besluit om uit te stappen.

Meer budget: Door samenwerken met mede-investerders vergroot de (potentiële) impact (werkkapitaal en spreiding?) en dat is gunstig bij investeringen in risicovolle technologie. Voorbeeld: Apple's (open) iFund werd gelanceerd op de dag dat externe partijen apps voor de iPhone mochten bouwen. Het fonds investeerde in bedrijven die spelletjes en tools aanboden en de waarde van 100 miljoen US$ verdubbelde al snel. Apple had hierdoor ook nog eens snel veel (content) aanbod voor haar nieuwe iPhone tegen lage kosten. Een model dat de markt niet ontging en snel gekopieerd werd, bijvoorbeeld in het sFund, van Facebook voor social media bedrijven  (samen met Kleiner (fondsbeheerder), Amazon, Zynga en andere tech bedrijven.

Meer vraag Het iFund demonstreerde een ander kenmerk van 'leveraging' door de ontwikkeling aan te moedigen van producten en technologie die afhankelijk zijn van de onderneming -in dit geval hard&software. Corporate Venture investeringen kunnen de vraag naar producten van de onderneming vergroten. Intel Capital deed dit in 1998, toen het een fonds startte om de entree van Intel’s next-generation semiconductor chip in de markt te versnellen. De fondsmanagers investeerden in veel soft- en hardwareproducenten (vaak Intel concurrenten) waarvan de producten de nieuwe chip benutten en waardoor de introductie volgens Intel met meerdere maanden werd versneld.

Noot van de Blogger: volgens mij zijn ook vanuit impact ambitie perspectief interessante kenmerken daar waar het investeren in start-ups betreft die zich als social enterprise of impact investment positioneren.
Vraag van de Blogger: met de huidige en hopelijk komend aanbod van corporate impact bonds is het interessant of duurzame toppers het aandurven om een corporate venture obligatie uit te geven. Wellicht dat het hogere risico van venturing zich niet leent voor een obligatie vanwege het succes eis voor terug- en rentebetaling.

Vragen en reacties graag naar impactinvestmentnews @ yahoo.com of onderaan dit blog (inloggen als blogger of met gmail)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten